Wat is candidiasis?

In onze darmen en mond leven vele micro-organismen. Een daarvan is de Candida Albicans (de grootste veroorzaker van candidiasis). Het is een nutteloos gist dat, als het in kleine hoeveelheden voorkomt, verder geen kwaad doet. Goedaardige bacteriën zorgen ervoor dat de Candida zich niet teveel uitbreid. Als de darmflora echter niet sterk is en er te weinig goedaardige bacteriën zijn kan de Candida Albicans ongeremd doorgroeien en diep in het darmslijmvlies doordringen. Wanneer het immuunsysteem verzwakt is, bijvoorbeeld na een virusinfectie, bij aids, na een chemokuur of bestralingen, of door het gebruik van antibiotica of de anticonceptiepil, of door langdurige negatieve stress, of belasting door vergiften (bijvoorbeeld uit de amalgaamvullingen of door milieuverontreiniging), kan het gist zich omvormen tot een schimmel en flink gaan uitbreiden. Tal van klachten treden dan op. Van vermoeidheid tot geheugenproblemen, van huilbuien tot gasvorming in de darmen, van spierpijn tot ontstekingen, van besluiteloosheid tot buikpijn, van druk op het hoofd en oren tot geïrriteerdheid.

Het is zaak om die woekerende schimmel kwijt te raken. Daarom mogen er geen gist of schimmelproducten worden gegeten. Ook suiker is verboden omdat de Candida leeft van suikers. Het gist zet de suikers om in giftige stoffen, onder andere in stoffen die de gasvorming in de darmen veroorzaakt. Ook lactose (melksuiker) is een voedingsbron van de Candida en moet daarom uit het dieet geweerd worden. Vaak hebben mensen met een candida infectie voedselintoleranties of allergieën, een veel voorkomende is de koemelk allergie. Allergieën en intoleranties moeten worden opgespoord en voedingsmiddelen die de reacties veroorzaken uit het dieet worden geweerd. Hier kan het bijhouden van een voedingsdagboek helpen. De alternatieve medische wereld heeft methoden om intoleranties en allergieën op te sporen, zoals Touch for Health en electro-acupunctuur. Verder is het van belang dat het lichaam ontgift wordt. Begin daar niet aan zonder begeleiding van een arts, diëtist(e) of alternatief genezer met kennis van zaken. Het wordt steeds populairder om bij candidiasis een schimmeldoder te slikken. Doe ook dit niet zonder toezicht van een (natuur-)arts of diëtist(e). Voor meer informatie lees het boekje Schimmels, suiker en allergie van Anna Kruyswijk van der Heijden en Marijke de Waal Malefijt. Ankertje nummer 160.

Bijna iedere vrouw heeft wel eens een vaginale infectie gehad, veroorzaakt door de Candida Albicans. Bijvoorbeeld doordat er bij het vrijen eerst iets in de anus en daarna in de vagina is gekomen. Deze infectie kan vrij simpel door een arts worden verholpen. Eenmaal zo'n infectie hebben gehad betekent nog niet dat de Candida in de darmen is gaan woekeren of zelfs al je bloedbaan is binnengedrongen. Komt een vaginale infectie regelmatig voor, zorg dan dat er onderzocht wordt of er systematische candidiasis in het spel is. In een integraal medisch centrum (die is er in vrijwel elke grotere stad) kunnen ze je verder helpen.

Het dieet bij candidiasis

Mensen met candida hebben vaak ook last van hypoglykemie. Ook al is het bij jou niet is vastgesteld toch geldt het hypoglykemiedieet. Dit betekent dus suikers en geraffineerd meel laten staan. Mensen met candidiasis moeten echter nog meer laten staan. Het lijkt in het begin misschien wel heel moeilijk om je aan het dieet te houden, maar het went snel. En als je je beter begint te voelen wil je even niet anders meer. Er zijn immers nog genoeg lekkere dingen over die je wel kunt eten.

Zie voor lekkere recepten bijvoorbeeld het kookboek. De eerste loodjes wegen het zwaarst.
Let op dit is een standaard dieet. Aangezien ieder mens anders is, kan het zijn dat je toch niet goed tegen producten kunt waarvan deze lijst zegt dat je ze wel kunt eten. Let daarom goed op je lichaam, hou bijvoorbeeld een voedingsdagboekje bij, of vraag een consult aan bij een diëtist(e) of holistisch voedingsadviseuze.

Suiker/zoetstoffen

Zoetstoffen als suiker, fructose, dextrose, honing, druivensuiker, melasse, ahornsiroop moet je een flinke tijd laten staan. De kunstmatige zoetstoffen als candarel, sorbitol, aspartaam en dergelijke beïnvloeden de bloedsuikerspiegel niet maar passen niet in een gezond dieet (er zijn aanwijzingen dat ze in grotere hoeveelheden schadelijk zijn). Sommige mensen (dus niet iedereen!) verdragen wel maismout-, rijstmout-, gerstemout- of rijste-stroop. Wees daar echter niet al te scheutig mee want je houdt je zoetbehoefte er levend mee. Let goed op de verpakkingen er zit in heel veel dingen suiker. Zelfs in puur en ongezoet vruchtensap mag 4% suiker worden toegevoegd. Een opschrift als " wordt uitsluitend gezoet met..." betekent niet dat er geen suiker is toegevoegd. Dat kan verborgen zitten in bijvoorbeeld een kleurstof als karamel.

Granen

Geraffineerde granen: wit brood, , witte pasta's, witte rijst, maïzena, witte pizzabodems en aardappelmeel moet je absoluut laten staan. Deze witte graanproducten zetten in je lichaam te snel om in suikers en ontregelen daarmee je pancreas en dus je bloedsuikerspiegel.
Alle ongeraffineerde granen zijn toegestaan. Zilvervliesrijst, gierst, quinoa, gerst, spelt, tarwe, haver, rogge, amaranth, kamoet, boekweit. Keuze genoeg dus.
Vokoren meel, en rijst, bruine pasta's rijstwafels, bruine pizzabodems en tortillachips (zonder gist) zijn toegestaan.
Het binden van sausjes kan ook heel goed met arrowroot of kuzu (te koop in natuurvoedingswinkels). Kuzu is zelfs ook nog zeer goed voor je darmen.

Fruit

Fruit kan je in elk geval de eerste drie maanden van je dieet beter laten staan. Daarna kan je het langzaam proberen. Laat het al te zoete fruit (als bananen, druiven, suikermeloen) nog even links liggen en gebruik niet teveel citrusfruit. Gedroogd fruit als rozijnen, krenten, tuttifrutti en dergelijke zijn erg zoet en trekken snel schimmels aan. Even voorzichtig aan, daarmee.

Alcohol

Alcohol wordt heel snel omgezet in suikers en ontregelt daarmee je bloedsuikerspiegel. Het eerste jaar kan je beter helemaal geen alcohol drinken, daarna kan je als je wilt een half glaasje (witte ) wijn bij het eten eens proberen.
Gist en/of schimmels moeten absoluut worden vermeden. Dus gistbrood, schimmelkaas, paddestoelen, biergist en Marmite zijn uit den boze. Let bij het kopen van voeding op de ingrediëntenlijst, in de gekste dingen zit gist. Gedroogde vruchten trekken snel schimmels aan. Ook noten schimmelen zeer snel. Laat nooit eten staan voor de volgende dag, kliekjes trekken snel schimmels aan. Ook het inademen van gist of schimmels is niet goed, hou daarom bij het dichtbinden van de vuilniszak je adem in. Gefermenteerde producten zoals zuurkool wordt afgeraden. In de macrobiotiek gaat men er echter vanuit dat shoyu en tamari mits vijf minuten mee gekookt juist goed is voor mensen met candidiasis. Zuurdesembrood is ook gefermenteerd maar wordt meestal wel verdragen.

Azijn

Smaakmakers als mosterd en azijn zijn niet toegestaan. In augurken en zilveruitjes zitten behalve suiker ook azijn. Ook olijven worden in azijn bewaard.

Vlees/Vis

Varkensvlees , worstjes, kant en klaar vlees worden afgeraden. Wees wel voorzichtig met vlees. Het is zwaar te verteren, en kan resten van antibiotica bevatten. Bovendien kan in vlees ook suiker zitten. Eet dus geen of slechts zeer beperkt vlees en zo mogelijk biologisch vlees.
Vis is beperkt toegestaan. Maar eet geen mosselen, oesters, paling, haring of makreel. Eet je vis gepocheerd of gegrild, dus niet gebakken.

Vleesvervangers

Vleesvervangers zijn er in vele soorten en maten. Helaas is niet alles toegestaan.

Tahoe wordt vaak niet goed verdragen en temphee en quorn zijn te schimmelig.
Peulvruchten bevatten veel eiwit. Helaas wordt dit niet door iedereen goed verdragen omdat het vrij zwaar valt. De meeste mensen kunnen wel linzen verdragen. Probeer uit hoe het bij jou valt.
Noten de eerste paar maanden niet eten. Daarna eventueel verse en ongebrande noten maar let zeer goed op eventuele schimmels want noten schimmelen heel snel.
Geitenkaas wordt meestal wel goed verdragen.
Eieren vormen meestal ook geen probleem.
Zaden en pitten zijn een zeer goede eiwitbron en de meeste mensen verdragen het goed. Alle zaden en pitten als sesamzaad, zonnebloempitten, pompoenpitten en pijnboompitten zijn toegestaan.
Seitan ( dit zijn de gluten uit de tarwe dusniet gebruiken bij een glutenallergie) wordt meestal wel goed verdragen.
Koemelk of koekmelk producten kan je beter laten staan. Soms wordt een uitzondering gemaakt voor biogarde. Hier zit acydopholus in en dat is goed voor de opbouw van de darmflora. De lactose in het koemelk product is echter niet zo goed voor je.
Geitenkwark, geitenmelk en ongeschimmelde geitenkaas

Meer informatie

Meer informatie en recepten vind je in het boek: de eerste loodjes wegen het zwaarst

Kom je er niet uit? Vraag dan een (telefonisch) consult aan bij Sonja Edelaar